De geschiedenis tastbaar

voor een jong jochie...

Mijn vader was altijd zelfstandig ondernemer, eigenaar van een bloemenkwekerij. Dat had als kind zowel voordelen als nadelen. Het grootste voordeel was de ruimte – zoveel ruimte om te spelen. Maar het nadeel (althans, zo voelde het toen) was dat ik al op jonge leeftijd mee moest helpen in de kwekerij, en daar had ik natuurlijk niet altijd zin in. Al waren de extra inkomsten uiteraard wel welkom.

Ons huis stond op een groot perceel, met een ruime tuin naast en achter het huis. Achter de woning bevond zich de bloemenkwekerij, bestaande uit een grote schuur en diverse bloemenkassen die, tot op de dag van vandaag, nog steeds in gebruik zijn. Als kind had ik de vrijheid om achter het huis, tussen de schuur en de kassen, het braakliggende land in te trekken – een gebied dat nog niet helemaal volgebouwd was. Dit was het perfecte terrein voor mijn geheime "missies", die ik vaak uitvoerde met een paar vriendjes. De kwekerij bood altijd wel materiaal om de nodige "wapens" te maken – hoe anders zou je de vijand moeten verslaan?

Al snel leerde ik hoe ik een kruisboog, pijl en boog, en zelfs werpsterren kon maken. Mijn moeder was hier natuurlijk niet altijd even enthousiast over, maar meestal kreeg ik alle ruimte om mijn gang te gaan. Zo maakte ik bijvoorbeeld graag mijn eigen versie van het beroemde Duitse machinepistool, de MP40. Het liefst van staal, maar dat was natuurlijk een brug te ver (hoe moest je als kind staal bewerken?). Uiteindelijk viel ik terug op een houten variant, die in mijn verbeelding zeker niet onderdeed voor het echte exemplaar. Echt kind zijn, spelen in het landschap, jezelf verwonderen over wat je allemaal kon maken… Het was de ultieme vrijheid.

Spelen met een echte tank moesten we overigens aan onze verbeelding overlaten. Of toch niet?


Google Translater for Website

Translate this page: