Normandië revisited 2006
In 2006 had ik het geluk om samen met een heel waardevolle vriend opnieuw naar Normandië te reizen, deze keer voor een paar dagen. Wat een fantastische trip was dat! Als ik het me goed herinner vertrokken we donderdagochtend heel vroeg. Ons vervoersmiddel? Een splinternieuwe, luxe en comfortabel ingerichte Toyota Previa, die we mochten lenen van de schoonvader van mijn reisgenoot. Niet verkeerd, toch?
Halverwege de rit stopten we natuurlijk even bij een Frans wegrestaurant voor een broodje en een bakkie koffie, voordat we onze reis weer voortzetten. Tijdens de rit bestudeerde ik onze route voor ter plaatse; mijn vriend was chauffeur en ik had zo alle tijd om te plannen. Uit mijn eerdere reis in 2002 had ik een handig boekje meegenomen, dat nu onze gids werd. Zelfs nu kan ik me de route nog goed herinneren: de D514, de weg langs de kust die we van noord naar zuid en terug reden.

Na zo'n zes uur rijden kwamen we eindelijk aan bij onze eerste bestemming: Quisterham en de beroemde Pegasus Bridge. Erover gelezen had ik al veel, maar het met eigen ogen zien maakte het extra bijzonder. We besloten even te stoppen bij het restaurant naast de brug om iets te eten. De menukaart was volledig Frans, waardoor we maar een vaag idee hadden wat we eigenlijk bestelden. Ik dacht een frisse salade te kiezen, maar wat er uiteindelijk op mijn bord kwam, viel toch wel wat tegen – om het nog netjes te zeggen.
Na het afrekenen reden we door naar de haven van Quisterham, waar we een hotel hadden geboekt. Tijdens een wandeling richting het centrum stuitten we op een volledig ingerichte observatiebunker. Natuurlijk gingen we meteen naar binnen om die te bekijken. Na ons bezoekje nestelden we ons op een terrasje, waar de pizza en Bacardi-Cola perfect smaakten.
De volgende ochtend, na een stevig ontbijt, vertrokken we naar onze volgende bestemming. We reden door het typische Franse landschap met zijn karakteristieke bocage, en bereikten uiteindelijk Utah Beach. We wandelden er rustig rond, maakten volop foto's en lieten de indrukwekkende omgeving op ons inwerken.
Op de terugweg zagen we toevallig een grote Duitse begraafplaats: La Cambe. Daar stopten we nog even om de sfeer te proeven en de graven te bekijken — een ingetogen plek die je stil doet worden.
Na dit korte bezoek reden we door naar Point du Hoc, maar helaas regende het flink, waardoor we ons bezoek moesten inkorten. Vervolgens reden we door naar Omaha Beach en bezochten we de Amerikaanse begraafplaats. Het was inmiddels droog, maar donkere wolken en motregen maakten de sfeer er extra plechtig en geladen.
Na een kop koffie vervolgden we onze route naar het charmante havendorpje Port-en-Bessin. Daar checkten we in bij ons hotel en namen plaats op een terras, genietend van het betere weer. 's Avonds liepen we over de brug van de haven en beklommen de heuvel aan de noordkant, op zoek naar mooie foto's in het schemerlicht. Daarna keerden we terug naar het hotel — morgen wachtte weer een vroege start!
De derde dag beloofde beter weer, dus besloten we terug te keren naar Point du Hoc. Nu het zonnetje scheen, konden we eindelijk op ons gemak rondlopen, foto's maken en echt de indrukwekkende omgeving tot ons door laten dringen.
Na ons bezoek aan Point du Hoc reden we door naar Batterie Longues-sur-Mer. Daar stonden vier imposante geschutbunkers, met iets verderop een vuurleidingbunker vlakbij de kust. We liepen er rustig rond en namen de tijd om de geschiedenis te voelen.
Vervolgens reden we door naar Arromanches, waar we een hotel hadden geboekt voor onze laatste overnachting. Daarna verkenden we ook daar de omgeving en sloten we de dag, zoals inmiddels traditie was geworden, af met een terrasje. De ober wist ons snel te vinden en leek er lol in te hebben om onze glazen regelmatig te vullen met Bacardi Cola. Onder het genot van een drankje konden we toosten op een geslaagde trip — en we wisten zeker dat we hier ooit nog eens terug zouden komen...